29 Wat nu te doen ?

Tenzij we nu handelen, niet ver weg in de toekomst, maar nu, zullen deze gevolgen, desastreus als ze zijn, onomkeerbaar zijn. Er is dus niets ernstiger, urgenter of veeleisender voor goed leiderschap.

Tony Blair, 30 oktober 2006

een beetje onpraktisch eigenlijk …

Tony Blair reageert, twee maanden later, op de suggestie dat hij leiderschap zou moeten tonen door niet met het vliegtuig naar Barbados te gaan voor een vakantie.

Wat we moeten doen hangt voor een deel af van onze motivatie. Bedenk dat in hoofdstuk 1 we drie motivaties bespraken om van fossiele brandstoffen af te komen: het einde van fossiele brandstoffen; leveringszekerheid; en klimaatverandering. Laten we eerst aannemen dat we de motivatie hebben om klimaatverandering tegen te gaan – dat we onze koolstofemissies radicaal willen verminderen. (Iedereen die niet in klimaatverandering gelooft kan de volgende paragraaf overslaan en daarna weer met de rest meedoen.)

Wat te doen met koolstofvervuiling

We zijn niet op weg naar een koolstofvrije toekomst. Lange-termijninvesteringen vinden niet plaats. Bedrijven voor die koolstof uit de lucht halen doen het niet goed, hoewel het advies van klimaatdeskundigen en economische experts is dat kooldioxide uit de lucht gehaald moet worden om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. Koolstof wordt niet uit de rookgassen van kolencentrales gehaald (behalve een klein prototype in Duitsland). Waarom niet?

Het grootste probleem is de prijs van koolstofvervuiling, die niet goed wordt bepaald. En er is geen vertrouwen dat dat in de toekomst wel gaat gebeuren.  Wanneer ik “goed” zeg, bedoel ik dat de prijs voor het uitstoten van koolstof hoog genoeg zou moeten zijn dat elke kolencentrale wordt uitgerust met technologie voor het vastleggen van koolstof.

Het oplossen van de klimaatverandering is een complex onderwerp, maar samengevat in één zin is hier de oplossing: de prijs van de uitstoot van koolstofdioxide moet zodanig zijn dat mensen stoppen met het verbranden van steenkool zonder de CO2 op te vangen. Het grootste deel van de oplossing is met deze ene zin beschreven omdat op de lange termijn steenkool de belangrijke fossiele brandstof wordt. (De uitstoot van olie en gas proberen te verminderen is van ondergeschikt belang, omdat wordt verwacht dat de exploiteerbare voorraden van gas en olie de komende  50 jaar sterk zullen afnemen.)

Figure29.1. Dat schiet lekker op zeg! De prijs, in euro’s, van één ton CO2 tijdens de eerste periode van het Europese emissie quotumplan. Deze twee grafieken tonen precies dezelfde informatie: bovenaan met een lineaire schaal, onderaan een logaritmische schaal Bron: www.eex.com

Dus wat moeten politici doen? Ze moeten ervoor zorgen dat op alle kolen elektriciteitscentrales een CO2-afvang voorziening wordt gemonteerd (CCS). Voor de overheid is de eerste stap naar dit doel het financieren van een grootschalig demonstratieproject om de beste technologie voor koolstofafvang en -opslag  te kiezen; ten tweede moeten politici de lange termijn voorschriften voor energiecentrales aanpassen zodat de beste technologie overal wordt toegepast. Mijn eenvoudige idee hiervoor is dat een wet wordt aangenomen die zegt dat vanaf een bepaalde datum – alle kolen energiecentrales koolstofafvang en opslag moeten gebruiken. Helaas, de meeste politici in democratische landen schijnen te geloven dat de beste manier om een deur dicht te doen is een systeem in te voeren dat vergunningen verstrekt “om deuren open te laten”. Dus, als we ons aanpassen aan het dogma dat klimaatverandering door de markten moet worden opgelost, wat is dan de marktgerichte manier om ervoor te zorgen dat we ons eenvoudige doel bereiken – dat alle kolencentrales koolstofafvang en opslag hebben? Welnu, we kunnen dat doen met CO2-handel – handel in vergunningen voor CO2 emissies en certificaten van koolstofafvang, met “één-ton CO2-afvang en opslag” certificaten die kunnen worden omgezet in één ton koolstof-emissievergunningen. Kolen bezitters zullen alleen in koolstofafvang en opslag investeren als ze ervan overtuigd zijn dat de prijs van koolstof hoog genoeg wordt en lang genoeg hoog blijft, zodat de CO2-afvang en opslag installaties zichzelf terug betalen. Experts zeggen dat dat zal lukken bij een koolstofprijs, gegarandeerd over een lange periode, van rond de 100 dollar per ton CO2.

Dus politici moeten het eens worden over de lange termijn verlagingen van de CO2-uitstoot die zo groot zijn dat beleggers er vertrouwen in hebben dat de prijs van koolstof minstens tot $ 100 per ton CO2 zal stijgen. Een alternatieve oplossing zou zijn koolstof emissierechten te veilen met een minimum prijs. Een andere manier zou zijn dat overheden investeringen in koolstofafvang en opslag stimuleren door te garanderen dat ze afvang en opslag koolstof- certificaten voor $ 100 per ton CO2 zullen kopen, wat er ook gebeurt op de markt voor CO2-emissierechten.

Maar ik vraag me nog steeds af of het niet wijzer zou zijn om de staldeur gewoon dicht te doen, in plaats van te hannesen met een internationale markt die slechts bedoeld is om het sluiten van de deur aan te moedigen.

Het Britse energiebeleid is gewoon niet voldoende. Het levert geen zekerheid van de energievoorziening op. Het stelt ons niet in staat onze toezeggingen inzake klimaatverandering te realiseren. Het schiet tekort in wat de armste landen van de wereld nodig hebben.               Lord Patten van Barnes, voorzitter van de Task Force van de Universiteit van Oxford betreffende energie en klimaatverandering, 4 juni 2007.

Wat te doen met de energievoorziening

Laten we nu onze reeks van bewegredenen uitbreiden en aannemen dat we van fossiele brandstoffen af willen om de energievoorziening zeker te stellen.

Wat moeten we doen om de ontwikkeling van duurzame energie en energie besparingsmaatregelen te bevorderen?  Een visie is: “Laat de markt het maar doen. Aangezien fossiele brandstoffen duurder worden, worden duurzame energiebronnen en kernenergie relatief goedkoper en een rationele consument zal de voorkeur geven aan efficiënte technologieën.” Ik vind het vreemd dat mensen zoveel vertrouwen hebben in de markt, als we zien met welke regelmaat die ons opscheept met beurskrachs, faillissementen, kredietcrissen en het omvallen van banken. Markten zijn een goede manier om een aantal korte termijn beslissingen te nemen – over investeringen die zich binnen tien jaar of zo terug betalen, maar kunnen we het aan de markt overlaten om goede te beslissingen te nemen over energie, beslissingen die een impact hebben gedurende decennia of zelfs eeuwen?

Figure29.2. Welke CO2-prijs zou de samenleving ertoe brengen om haar CO2-uitstoot te verminderen? Het diagram toont CO2 -kosten die sommige investeringen economisch haalbaar maken of die een merkbaar effect hebben op bepaalde gedragingen. Er wordt van uitgegaan dat de koolstofkosten een significant effect hebben op het gedrag van economische actoren voor een bepaalde activiteit (vliegen, autorijden, enz.) wanneer het de kosten van de activiteit verdubbelt. $ 20 tot $ 70 per ton CO2 is genoeg om het economische haalbaar te maken extra apparatuur  voor koolstof afvang en opslag bij bestaande en neiuwe installaties te installeren. Een prijs van $ 110 per ton zou grootschalige projecten voor hernieuwbare elektriciteitsopwekking, die momenteel een 4 eurocent per kilowattuur hogere kostprijs hebben t.o.v gas electriciteitscentrales, omzetten van luchtkastelen naar levensvatbare lucratieve ondernemingen. Het voorgestelde Severn-getijden barage ​​zou bijvoorbeeld getijdenenergie produceren met een kostprijs van 0,068 € per kWh, wat 0,032 € boven een gebruikelijke verkoopprijs van  per kWh is ( 0,031 € / kWh )  ; als elke 1000 kWh van de getijden centrage ​​een ton CO2-vervuiling vermijdt met een waarde van 70 € per ton,  dan zou de getijden centrale ​​van Severn zichzelf meer dan rendabel zijn. Met een prijs van $150 per ton zouden huishoudelijke gebruikers van gas de kosten van koolstof in hun stookkosten opmerken. Een prijs van $ 250 per ton zou de effectieve kosten van een vat olie met $ 100 verhogen.
Bij $ 370 zou koolstofverontreiniging genoeg kosten om de neiging van mensen om te vliegen aanzienlijk te verminderen.
Met een prijs van $ 500 per ton zouden de gemiddelde Europeanen die hun levensstijl niet veranderden, 12% van hun inkomen besteden aan de koolstofkosten voor autorijden, vliegen en het verwarmen van hun huizen met gas.
En met $ 900 per ton, zouden de koolstofkosten van het rijden merkbaar worden.

Als de vrije markt huizen mag bouwen, dan eindigen we met huizen die slecht geïsoleerd zijn. Moderne huizen zijn alleen energiezuiniger dankzij wetgeving.

De vrije markt is niet verantwoordelijk voor het bouwen van wegen, spoorwegen, speciale busstroken, parkeergarages en fietspaden. Maar wegenbouw, parkeervoorzieningen en fietspaden hebben een grote invloed op de transportkeuzes die mensen maken. Evenzo hebben bestemmingsplannen, die bepalen waar woningen en werkplekken gebouwd kunnen worden en die reglementeren met welke dichtheid gebouwen en huizen naast elkaar of op elkaar gestapeld kunnen worden, een enorme invloed op het toekomstige reisgedrag van mensen. Als er een nieuwe stad wordt gebouwd zonder treinstation, dan is het onwaarschijnlijk dat de inwoners van die stad lange afstanden per trein zullen reizen. Als woningen en werkplekken meer dan een paar kilometer uit elkaar liggen, dan zullen veel mensen het gevoel hebben dat ze geen andere keuze hebben dan met de auto naar het werk te rijden.

Een van de grootste energieslurpers is de vervaardiging van spullen; in een vrije markt, voorzien veel fabrikanten ons van spullen die een geplande en relatief korte levensduur hebben, spullen die weggegooid en vervangen moeten worden waardoor de fabrikanten meer kunnen verkopen.

Dus, terwijl markten een rol kunnen spelen, is het dwaas om te zeggen “laat het allemaal maar aan de markt over.” Natuurlijk moeten we het hebben over wetgeving, voorschriften en belastingen.

Vergroening van het belastingstelsel

We moeten al onze belastingen en heffingen grondig herzien. Het doel is vervuiling meer te belasten – in het bijzonder fossiele brandstoffen – en arbeid minder.

Nicolas Sarkozy, président van Frankrijk

Op dit moment is het veel goedkoper om een nieuwe magnetron, dvd-speler, of stofzuiger te kopen, dan om een defect apparaat te laten reparen. Dat is gek.

Deze gekkigheid wordt voor een deel veroorzaakt door ons belastingstelsel dat de arbeid van de microwave reparateur belast en zijn bedrijf opzadelt met tijdrovend papierwerk. Hij doet iets goeds, het repareren van mijn microwave! – toch maakt het belastingstelsel het hem moeilijk om zaken te doen.

Het idee van “het vergroenen van het belastingstelsel” is om belastingen te verplaatsen van “goede dingen” zoals arbeid, naar “slechte dingen” zoals milieuschade. Voorstanders van ecologische belastinghervorming stellen voor  belastingverhogingen op “slecht dingen” te compenseren met gelijkwaardige belastingverlagingen voor “goede dingen”, zodat de belastinghervormingen omzet neutraal zijn.

CO2-belasting

De belangrijkste belasting die moet worden verhoogd, als we fossiele brandstof vrije technologieën willen bevorderen, is een belasting op koolstof. De prijs van koolstof moet hoog genoeg zijn om te investeren in alternatieven voor fossiele brandstoffen en te investeren in energie-efficiëntie maatregelen. Merk op dat dit precies hetzelfde beleid is als werd voorgesteld in de vorige sectie. Dus of onze motivatie is om klimaatverandering tegen te gaan, of het veiligstellen van de energievoorziening, de uitkomst van het benodigde beleid is hetzelfde: we hebben een koolstofprijs nodig die stabiel en hoog is. Figuur 29.2 geeft ruwweg aan welke koolstofprijzen nodig zijn om verschillende gedragsveranderingen en investeringen tot stand te brengen; en de veel lagere prijzen van organisaties die claimen  broeikasgasemissies te kunnen “compenseren”. Wat is de beste manier om een hoge koolstofprijs tot stand te laten komen? Is het Europese systeem voor emissiehandel (ETS) (figuur 29.1) de juiste weg om te gaan? Deze vraag ligt in het domein van economen en internationale beleidsdeskundigen. Volgens de Cambridge economen Michael Grubb en David Newbery is het Europese systeem voor emissiehandel niet geschikt voor z’n taak – “de huidige instrumenten zullen geen adequate investeringsbeslissingen opleveren.”

The Economist beveelt een CO2-belasting aan als belangrijkste instrument van de overheid om schone energiebronnen te stimuleren. De beleidsgroep van de conservatieve partij “Quality of Life Policy Group” beveelt ook aan milieubelastingen te verhogen en andere andere belastingen te verlagen – De “Royal Commission on Environmental Pollution” zegt ook dat het VK een CO2-belasting zou moeten invoeren. “Het zou stroomopwaarts toegepast moeten worden en alle sectoren bestrijken.”

Er is dus een duidelijke steun voor een hoge CO2-belasting, vergezeld van kortingen op arbeidsbelastingen, vennootschapsbelastingen en belasting op de toegevoegde waarde.

Maar belastingen en markten, alleen, zijn niet voldoende om de vereiste veranderingen tot stand brengen. De belasting- en marktbenadering faalt, als consumenten soms irrationeel kopen, korte termijn voordeel meer waarderen dan lange termijn besparingen, of wanneer de persoon die de koopbeslissing maakt niet alle kosten betaalt die verbonden aan de aankoop.

Inderdaad zijn veel merken zijn “geruststellend duur.” Consumenten keuzes worden niet uitsluitend bepaald door prijssignalen. Veel consumenten geven meer om beeld en perceptie, en sommige kopen bewust duur.

Zodra een inefficiënt ding is gekocht, is het te laat. Het is essentieel dat inefficiënte dingen in de eerste plaats niet worden vervaardigd; of dat de consument, bij aankoop, wordt beinvloed om geen dingen te kopen die inefficiënt zijn. Hier zijn nog enkele voorbeelden van mislukkingen van de vrije markt.

Geen toegang tot de markt

Stel u zich voor dat de CO2 belasting zo hoog is dat een nieuw Eco-Gizmo 5% minder zou kosten dan zijn al lang bestaande rivaal met een hoge CO2-uitstoot, de Dino-Gizmo, als die in dezelfde hoeveelheden geproduceerd zou worden. Dankzij nieuwe technologieën is de CO2 uitstoot van de Eco-Gizmo 90 % lager dan die van de Dino-Gizmo. Het is duidelijk dat het voor de samenleving better zou zijn als iedereen nu Eco-Gizmo’s zou kopen. Maar op dit moment zijn de verkopen van de Eoc-Gizmo laag, dus zijn de produktiekosten per eenheid hoger dan die van de Dino-Gizmo. Alleen een paar geitenwollensokken dragers zullen de Eco-Gizmo kopen en dus gaat de BV Eco-Gizmo failliet.

Misschien moet de overheid maatregelen nemen om de transitie soepel te laten verlopen en innovatie een kans te geven. Ondersteuning voor onderzoek en ontwikkeling? Belastingmaatregelen om de transitie naar een nieuw produkt te stimuleren (zoals de belastingmaatregelen die de overgang van gelode naar ongelode benzine hebben geholpen)?

Het probleem van kleine kostenverschillen

Stelt u zich voor dat Eco-Gizmo Inc. van een kikkervisje uitgroeit tot een heuse kikker. De belastingen zijn zo hoog dat een Eco-gizmo 5% minder kost dan zijn al lang bestaande concurrerende high-carbon van Dino-appliances, Inc. De belasting op koolstof zal nu z’n werk doen en alle consumenten zullen de lage koolstofuitstoot gizmo kopen?

Ha! Ten eerste maakt voor veel consumenten een prijsverschil van 5% niets uit. Style is alles. Ten tweede, als ze zich enigszins bedreigd voelt door de Eco-Gizmo, zal Dino-appliances, Inc. de marketing van de Dino-Gizmo vernieuwen, zeggen dat de Dino-Gizmo patriottischer is, nu ook in groen beschikbaar is en men toont bekende sympathieke mensen die vasthouden aan de oude, trouwe Dino-Gizmo. “Echte mannen kopen Dino-gizmos.” Als dit niet werkt, zal Dino persberichten uitgeven waarin wordt gezegd dat wetenschappers niet hebben uitgesloten dat op de lange termijn het gebruik van de Eco-Gizmo kanker kan veroorzaken en het geval van een ouder dame die haar heup brak toe ze over een Eco-Gizmo struikelde wordt opgedist, of een artikel waarin gesuggereerd wordt dat de Eco-Gizmos schadelijk is voor de minder vaak geziene fruitvleermuis. Angst, onzekerheid en twijfel.  Als plan B, zou Dino-appliances altijd nog het bedrijf Eco-Gizmo kunnen opkopen. Het product dat wint zal niets te maken hebben met energiebesparing als de economische stimulans voor de consument slechts 5% is.

Hoe kan dit probleem opgelost worden? Misschien zou de overheid gewoon de verkoop van de Dino-Gizmo’s moeten verbieden (net zoals de verkoop van benzine-autos die op loodhoudende benzine reden)?

Het probleem van Larry en Tina

Stelt u zich voor dat Larry de huisbaas een appartement verhuurt aan Tina de huurder. Larry is verantwoordelijk voor het onderhoud van de flat en de apparatuur voor verwarming en warmwater, Tina van haar kant betaalt de maandelijkse verwarmings- en elektriciteitsrekening. Dit is het probleem: Larry ziet geen reden om te investeren in veranderingen in de woning die de rekeningen van Tina zouden verlagen. Hij zou efficiëntere gloeilampen kunnen installeren en een zuinige koelkast kunnen aansluiten; deze milieuvriendelijke apparaten zouden gemakkelijk hun extra kosten terug betalen gedurende hun lange levensduur; maar het is Tina die daar voordeel aan heeft, niet Larry. Op dezelfde manier voelt Larry weinig reden om de isolatie van de flat te verbeteren of dubbele beglazing te installeren, vooral wanneer hij het risico loopt dat Tina’s vriendje Wayne een van de ramen zou kunnen inslaan wanneer hij dronken is. In principe zouden Larry en Tina in een perfecte markt beide de “juiste” beslissingen nemen: Larry zou alle energiebesparende maatregelen nemen, en daarvoor bij Tina een iets hogere maandelijkse huurprijs in rekening brengen; Tina zou inzien dat de moderne en goed uitgeruste flat goedkoper zou zijn om in te leven en zou dus blij zijn om de hogere huur te betalen; Larry zou een uitgebreidere borg eisen vanwege de mogelijkheid van schade aan de nieuwe vensters; en Tina zou rationeel reageren en Wayne verbannen. Maar ik denk niet dat Larry en Tina ooit een perfecte markt zouden kunnen opleveren. Tina is arm, dus heeft ze moeite met het betalen van een grote borg. Larry wil graag z’n flat verhuren, dus Tina wantrouwt zijn verzekering dat het appartement een lage energierekening heeft, en denkt dat Larry overdrijft.

Dus er moet iets gebeuren als we willen dat Larry en Tina de juiste beslissingen nemen, bijvoorbeeld de overheid zou een flinke belasting op inefficiënte apparaten kunnen heffen ; een verbod op de verkoop van koelkasten die niet zuinig genoeg zijn;  eisen dat alle flats voldoen aan hoge isolatienormen; of een systeem van verplichte onafhankelijke keuring van appartementen invoeren, zodat Tina vóór het huren het energieprofiel van de flat zou kunnen lezen.

Investeren in onderzoek en ontwikkeling

“Wij betreuren de kleine bedragen die de overheid heeft toegezegd voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van hernieuwbare energie ( 15 miljoen euro in 2002-03). … Als andere bronnen dan wind in het Verenigd Koninkrijk geëxploiteerd zouden moeten worden, dan moet dit veranderen. We kunnen de conclusie niet ontwijken dat de regering de energieproblematiek niet serieus neemt.”  House of Lords Science and Technology Committee

“De afwezigheid van wetenschappelijk inzicht leidt vaak tot oppervlakkige besluitvorming. De energie white paper uit 2003 was daar een goed voorbeeld van. In het openbaar zou ik het niet amateuristisch willen noemen, maar het probleem werd niet op een realistische manier behandeld.”      Sir David King, om hoofdwetenschapper

 

“Dienen in de Renewables Advisory Board van de overheid voelde als kijken naar tientallen episodes van “Yes Minister” in slow motion.  Ik denk niet dat deze regering ooit serieus is geweest over hernieuwbare energie.”    Jeremy Leggett, oprichter van Solarcentury

Ik denk dat de cijfers voor zichzelf spreken. Kijk maar naar figuur 28.5 en vergelijk de miljarden besteed aan de kantoorrenovaties en militair speelgoed met de honderdvoudig kleinere inzet voor onderzoek en ontwikkeling van duurzame energie. Het duurt tientallen jaren om duurzame technologie te ontwikkelen.zoals getijdenstroom, concentratie van zonne-energie, en pv panelen. Kernfusie duurt ook decennia. Al deze technologieën hebben vooraf ondersteuning nodig om te kunnen slagen.

Individuele acties

Mensen vragen me soms: “Wat moet ik doen?” Tabel 29.3 geeft acht eenvoudige persoonlijke veranderingen die ik zou aanbevelen, en een zeer ruwe indicatie van de besparingen die aan elke actie verbonden zijn. Algemene voorwaarden zijn van toepassing. Uw besparing is afhankelijk van waar u begint. De cijfers in tabel 29.3 gelden voor een bovengemiddelde consument.

Eenvoudige verandering Mogelijke besparing
Doe een wollen trui aan en zet de thermostaat van de verwarming lager (op 15° of 17°) Plaats thermostaatkranen op alle radiatoren. Verzeker u ervan dat de verwarming lager staat als er niemand thuis is. Doe hetzelfde op uw werk. 20 kWh/d
Lees iedere week al uw meters (gas, water en elektriciteit), en zoek eenvoudige dingen om uw consumptie te verminderen (b.v. apparaten uit zetten)  Maak er een sport van uw resultaten te vergelijken met een vriend. Lees uw meters ook op uw werkplek, om zo een continue energie audit te creëren. 4 kWh/d
Stop met vliegen. 35 kWh/d
Rij minder, rij langzamer, rij rustiger, carpool, gebruik een elektrische auto, fiets, loop, neem de trein en de bus. 20
Ga door met oude apparaten te gebruiken (b.v. computers). Vervang ze niet snel. 4 kWh/d
Vervang gloeilampen door spaarlampen of LED lampen. 4 kWh/d
Koop geen rotzooi. Vermijd verpakking. 20 kWh/d
Eet vegetarisch, 6 dagen per week 10 kWh/d

Table 29.3 Acht eenvoudige persoonlijke acties

De bovenstaande acties zijn eenvoudig te implementeren, voor de veranderingen in de tabel 29.4  is wat meer planning, vastberadenheid en geld nodig.

Grote verandering mogelijke besparing
Voorkom tocht in huis 5 kWh/d
Dubbele beglazing 10 kWh/d
Verbeter muur dak en vloer isolatie 10 kWh/d
Warm water zonnepanelen 8 kWh/d
PV zonnepanelen 5 kWh/d
Sloop oud gebouw en het vervang door een nieuw gebouw 35 kWh/d
Vervang uw gas cv-ketel door een lucht- of grond-warmtepomp 10 kWh/d

Table 29.4 Zeven grote veranderingen

Tot slot laat tabel 29.5 een aantal tweede prijs winnaars zien: kleine besparingen.

Actie mogelijke besparing
Was kleding in koud water 0.5 kWh/d
Gebruik een waslijn of droogkast in plaats van een wasdroger 0.5 kWh/d

 

Aantekeningen en verdere lectuur

“een beetje onpraktisch eigenlijk” Het volledige transcript van het interview met Tony Blair (9 januari 2007) is hier [2ykfgw].

Hier zijn nog enkele citaten:

Interviewer: Heeft u er al aan gedacht om misschien niet naar Barbados te vliegen voor een vakantie?

Tony Blair: ik zou eerlijk gezegd niet graag mijn vakantie in het buitenland opgeven.

Interviewer: Het zou een duidelijke boodschap zijn, als we die lange vliegreis naar de zon niet meer zouden zien? … – een vakantie dichter bij huis?

Tony Blair: Ja, maar ik vind persoonlijk dat deze dingen eigenlijk een beetje onpraktisch zijn om van mensen te verwachten dat te doen. Ik denk dat wat we moeten doen, is kijken naar hoe we vliegreizen efficiënter kunnen maken, hoe u nieuwe brandstoffen kunt ontwikkelen die ons zullen helpen om minder energie te verbranden en minder uit te stoten. Hoe – bijvoorbeeld – met nieuwe vliegtuig ontwerpen, die zijn veel energiezuiniger.

Ik weet wat iedereen denkt – mensen denken waarschijnlijk dat de premier helemaal niet op vakantie zou moeten gaan, maar ik denk dat als we op dit terrein voor mensen onrealistische doelen stellen, weet u, als we tegen de mensen zouden zeggen dat het is afgelopen met goedkope vliegtuigtickets….. ik wacht nog steeds op de eerste politicus die aan verkiezingen mee doet en dit durft te zeggen.  – maar er is niemand dat doet.

Het andere citaat: “Tenzij we nu handelen, niet ver weg in de toekomst, maar nu, zullen deze gevolgen, desastreus als ze zijn, onomkeerbaar zijn. Dus, er is niets dat ernstiger, urgenter of veeleisender is voor goed leiderschap.” is Tony Blair’s commentaar bij de presentatie van het Stern Review, 30 oktober 2006 [2nsvx2]. Zie ook [yxq5xk] voor meer commentaar.

Hervorming van de milieubelasting. Zie de Green Fiscal Commission, www.greenfiscalcommission.org.uk.

The Economist beveelt een CO2-belasting aan. “De new age van kernenergie”, The Economist, 8 september 2007.

– De Quality of Life Policy Group van de Conservative Party – Gummer et al. (2007).